Visuele beperking
Blind, slechtziend of kleurenblind
Niet iedereen met een visuele beperking is hetzelfde. Sommige mensen zijn blind vanaf hun geboorte, anderen worden later in hun leven slechtziend of blind. Hoe iemand ziet, zich beweegt in de wereld en communiceert met anderen is voor iedereen anders.
Blind
Mensen die blind geboren zijn of vroeg hun zicht verliezen, gebruiken hun andere zintuigen om de wereld te begrijpen. Ze horen, voelen en ruiken vaak beter dan ziende mensen.
Blinde mensen gebruiken vaak hulpmiddelen zoals:
- een taststok
- een assistentiehond
- braille
- spraaksoftware op de telefoon of computer
Zij hebben vaak last van de volgende dingen:
- obstakels op de stoep die ze niet voelen of horen aankomen
- geen voelbare of hoorbare aanwijzingen bij verkeerslichten
- geen duidelijke route naar een gebouw, loket of balie
- geen gesproken informatie in openbare gebouwen
- websites die niet goed voorgelezen worden door hun computer
- medewerkers die niet goed weten hoe ze hulp kunnen bieden
- winkels of restaurants die geen assistentiehond willen toelaten
Slechtziend
Sommige mensen zijn slechtziend geboren. Anderen verliezen hun zicht later door een ziekte, ouderdom of een ongeluk. Zij moeten opnieuw leren omgaan met hun omgeving. Maar het kan ook zijn dat ze nog een beetje zien. Bijvoorbeeld:
- wazig beeld
- beperkt blikveld
- niet goed zien in het donker
- moeite met lezen of gezichten herkennen
Zij gebruiken dan vaak hulpmiddelen zoals:
- een speciale bril of loep
- vergrotingssoftware of schermlezers
- goede verlichting
- hulp van een assistentiehond of een begeleider
Zij ervaren problemen zoals:
- onduidelijke informatie op borden of schermen
- kleine letters in teksten en formulieren
- felle zon of juist slechte verlichting
- de weg vinden in een onbekende omgeving
- meedoen aan activiteiten zonder visuele ondersteuning
Kleurenblind
Mensen met kleurenblindheid zien sommige kleuren anders dan de meeste mensen. De meest voorkomende vorm is rood-groen kleurenblindheid. Dat betekent dat deze kleuren moeilijk te onderscheiden zijn. Er zijn ook mensen die blauw-geel niet goed kunnen zien, of in zeldzame gevallen helemaal geen kleuren zien (achromatopsie).
Kleurenblindheid is meestal aangeboren, maar kan ook ontstaan door een oogziekte of beschadiging van het netvlies of de oogzenuw.
Mensen met kleurenblindheid gebruiken soms hulpmiddelen zoals:
- een app die kleuren benoemt
- een aangepaste kleurenkaart of kleurherkenner
- een bril met kleurfilters (voor sommige vormen van kleurenblindheid)
Zij ervaren problemen zoals:
- kleuren die op elkaar lijken in kaarten, grafieken of schema’s
- moeilijkheden met verkeerslichten of gekleurde signalen
- moeilijk te lezen informatie als kleuren slecht contrast geven
- kleurcodes op verpakkingen, kabels of apparatuur die niet te onderscheiden zijn
- verwarring bij kledingkeuze of interieurkleuren
Wat kan de gemeente doen?
Een toegankelijke stad zorgt dat ook mensen met een visuele beperking zich veilig en welkom voelen. Dat kan zo:
- heldere routes zonder obstakels
- voelbare lijnen op de stoep (geleidelijnen) en in gebouwen naar loket of balie
- geluid (rateltikkers) bij verkeerslichten
- informatie in groot lettertype en via spraakfunctie
- medewerkers die hulp durven aanbieden en uitleg geven
- duidelijk maken dat assistentiehonden welkom zijn
- gebruik van patronen of symbolen naast kleur in kaarten en bewegwijzering
- goed kleurcontrast in drukwerk, websites en apps
- duidelijke vormgeving van knoppen, pictogrammen en signalen
Belangrijk om te weten
Een visuele beperking betekent niet dat iemand niets meer ziet. Sommigen zijn volledig blind, anderen zien nog schaduwen of vormen. Ieder persoon heeft andere behoeften. Met goede aanpassingen en een beetje hulp kunnen zij gewoon meedoen in de samenleving.